dinsdag 15 november 2016


”To be the true is to give life as the way
Leave your parents to follow me to be born as soal
Anton Heyboer 1987”
    In 1982 bezocht Petra ons voor het eerst. Vijf jaar later vestigde ze zich definitief in Den Ilp, in een klein huis met een groot erf aan de overkant van de straat. Ze bracht haar galerie uit Laren over naar het huisje, en begon alles te versieren. Het huisje, zichzelf, het erf en zelfs de stelcomplaten van het parkeerterrein.
    Het was ook het jaar waarin Anton’s werk kleur kreeg. Hij was wel al met meer kleur bezig, maar in 1987 was het alsof het begon los te barsten. Niet alleen in kleur, ook in hevigheid. Inplaats van de stille oerfiguren kwamen er figuren vol leven. Zoals de twee vrouwen in deze tekening. De mond wijd open, hun lijf een en al uitdrukking van hevige emoties.
    In het systeem, dat op deze tekening staat, is een kleine Christusfiguur getekend in het centrum, punt 4 van het systeem. Het is het punt van het lijdensvermogen, en Christus is een uitbeelding van dit archetype. Het vermogen om jezelf als “ik” op te geven. Waarheid en leven worden dan een geheel, en je verlaat het leven zoals het je door de wereld ingeprent wordt – door de ouders vooral.
    Christus is niet voor niets uitgebeeld als man. Het is de geest, het manlijke deel in ieder mens, die dit punt 4 kan waarmaken. Maar de mens bestaat niet alleen uit geest, hij/zij heeft ook een ziel. Die vrouwelijk kant van het innerlijk heeft niet genoeg aan een afgebakend punt. De ziel moet zich kunnen verbinden. Dit is wat de twee vrouwen laten zien. Samen kunnen zij een eenheid vormen, en zo ook zichzelf loslaten.
    Het systeem is in deze serie tekeningen heel anders dan in andere tekeningen of etsen. Beide kanten bestaan uit de punten 1, 2 en 3, de kanten van het wezen, van wat echt en waar is in de mens. Beide vrouwen geven hun wezen aan de verbinding. De punten 5 t/m 9, die de wereld uitbeelden, zijn hier afwezig.
    Het wezen in de mens is niet “braaf”. Door opvoeding en maatschappij leert de mens beheersing, maar de diepste innerlijke natuur is ongetemd. Daardoor zijn de twee vrouwen zo heftig uitgebeeld.

woensdag 9 november 2016

"Cultuurmaat"

Anton maakte dit etsje toen er voor het eerst twee vrouwen waren, die begrepen wat er van hen werd verwacht. Met Ingrid kon dit nog niet, maar met Maria en Lotti wel. Als twee vrouwen een eenheid worden, worden ze “cultuur”. Ze gaan dan dieper dan de vrouw als echtgenote, moeder, dochter, of zelfstandig individu. Ze worden tot een uitbeelding van een archetype.

Voor Anton was dit archetype de “cultuurmaat”, het niveau van een cultuur. Deze maat wordt bepaald door de man-maat – alles wat een man tot waarde maakt, zoals zijn moed, eerlijkheid, verantwoordelijkheidsgevoel, onzelfzuchtigheid, en door de essentiele diepte die de vrouw in haar verbinding met de natuur aangeeft.

De vrouw als moeder wordt tot de waarde van het vrouwzijn: de onschuld en de bescherming, de grenzeloze liefde. Zoals ook de aarde zelf alles draagt en het leven in stand houdt.

Ik weet niet wat het rode gebied met de twee witte cirkels betekent. Het is de kant van de “wereld”, rechts van de verticale lijn in het midden. Links is “cosmos”, dit komt ongeveer overeen met wat Jung het collectief onbewuste noemde Anton noemt het meestal “leven” – het is voor hem het enige gebied waarin hij kan leven, leven als ‘mens’ is niet meer mogelijk voor hem.

De invloed van de  moeder komt dus uit dit universele gebied. De waarde van de man staat rechts, in de wereld. Het gaat bij de man dus om hoe hij zich gedraagt, om wat hij waarmaakt. Bij de vrouw of vrouwen om hun diepte.

Anton zelf , “Me”, staat op de kruising van de manmaat en de lijn vanuit de moeder via de cultuurmaat. Wat hij in de wereld is, wordt dus door de cultuur en zijn eigen waarde bepaald.
De twee enigszins schuine lijnen zijn waarschijnlijk niet een deel van de afbeelding, maar beschadigingen van de zinkplaat. Voor Anton waren alle beschadigingen een deel van de afbeelding, zoals ook in het leven alles meedoet aan het resultaat van wat iemand of iets is geworden.